Klaswerking


Klaswerking

 

Praatronde

 

We starten (bijna) dagelijks in onze praatronde.

De ronde waar teksten worden voorgelezen,

meegebrachte spullen worden besproken, werk wordt afgesproken en georganiseerd.

Alles draait er rond samen doen, samen leren, samen plannen maken en zorgen voor een goede sfeer.

De intense bedoeling van een praatronde is door gesprekken anderen te stimuleren om te communiceren.

Een goede taalvaardigheid maakt 'mondig', onafhankelijk en zelfstandig!

 

Door te luisteren naar elkaars verhalen, maken ze gebruik van elkaars taalkennis.

Iedereen wordt er serieus genomen en praat zoveel mogelijk mee.

Dit onder leiding van onze voorzitter.

Die bepaalt wie er aan het woord komt en staat in voor de vragen en reacties.

 

We houden geen sterke scheiding tussen een boekenkring, vertelkring, actuakring, ...

In elk gesprek gaat het ene verhaal vloeiend over in het andere.

Als er iets gebeurd is wachten we niet op de actuaronde of als we een tekst af hebben wachten we niet op de tekstenronde.

Dit zorgt voor een sterkere afwisseling en een sterkere betrokkenheid.

Vrije teksten

 

De naam zegt het zelf: kinderen kiezen zelf waarover ze schrijven en in welke vorm ze dit doen.

Deze teksten zijn grepen uit het leven van de kinderen.

Ze gaan vaak over hun ervaringen, gedachten en gevoelens.

 

Teksten bespreken we soms in de praatronde.

Zo komen ze heel wat over elkaars denken en voelen te weten.

Het is van groot belang dat er respectvol wordt geluisterd.

Majella helpt het gesprek op gang en stelt zelf ook vragen.

 

Om teksten te schrijven of te bespreken hoeven we niet steeds te vertrekken vanuit een vrije tekst.

 

Kinderen kunnen ook brieven schrijven, werkstukken maken,

Er is altijd een samenhang tussen schrijven, praten, luisteren en lezen.

 

 

Tekstbespreking / bordtekst

 

Een gekozen tekst wordt met de groep besproken.
De tekst wordt eerst nog eens hardop voorgelezen.
Dit door de auteur.

We starten met onze tekstbespreking in de praatronde.

Kinderen kunnen vragen stellen over de tekst.

We vragen ons af of alles duidelijk is.

Samen bekijken we de volgorde van de tekst.

Moeten we dingen toevoegen?

Of zijn er toch stukjes die minder belangrijk zijn?

Het is belangrijk dat de groep de inhoud goed begrijpt.

De structuur van de tekst is ook belangrijk.
Verbeteringen zijn geen fouten, maar leermomenten.

Bij een tekstbespreking heeft Majella meestal de leiding.

We hebben het over lidwoorden, werkwoorden, hoofdletters en leestekens, zelfstandige naamwoorden, ...
Uit een tekstbespreking halen we ook een grondwoord.
Daarmee kunnen onze jongsten aan de slag.
Verder volgt er ook een spellingsregel voor de oudsten.

Bordtekst


Grondwoord in lees- en krulletters


Creatieve verwerking grondwoord


Spellingsregel korte en lange klanken


De klaskrant

Dit is een krant die jullie (bijna) wekelijks ontvangen in jullie mailbox. Elke week zijn er twee kinderen verantwoordelijk voor de klaskrant.
Er komt een beknopt stukje tekst over het verloop van de dag en een illustratie in. Zo krijgen jullie een overzicht van onze week.
Een jongste maakt de illustratie en een oudste schrijft de tekst.



Levend lezen

In klas proberen we zoveel mogelijk kennis te maken met verschillende vormen van schriftelijk taalgebruik.
We maken aantekeningen in ons praatrondeboek.
Dit door te tekenen, maar ook door tekst bij te schrijven.
Tekeningen brengen we in combinatie met tekst.
In ons dagboek kan je lezen wat we die dag belangrijk vonden.
In ons afsprakenboek kan je de afspraken lezen die we
samen maken.
We maken werkstukken waar je tekst, tekeningen en foto's kan op vinden.
De kinderen leren dat gesproken taal vastgelegd en teruggelezen kan worden.

Wanneer het kind nog niet voldoende kan schrijven gaan we hen doen nastempelen, naschrijven, natypen, letters laten nakleven.
Stap voor stap gaan kinderen meer met letters, woorden en zinnen beginnen 'spelen'.
Ze krijgen er steeds meer lol in en gaan alles beginnen lezen wat los en vast zitten.
Ze proberen overal letters of woorden in te herkennen.

Kinderen worden steeds meer nieuwsgierig naar wat hun klasgenootjes schrijven.
Ze willen weten wat er staat. Zonder dit te moeten.
Kinderen beginnen briefjes te schrijven naar elkaar, ...
Wie leest brengt iets tot leven.

Plezier in lezen wordt ook bepaald door het leesklimaat.
Daarom is het belangrijk om een stimulerende leesomgeving te creëren.
Een leuke boekenhoek, Majella die vaak leuke boeken gaat vertellen, gedichten worden aangebracht, ...
Levend lezen is spannend en niet altijd voorspelbaar.
Maar het gaat in ieder geval om een groep die met plezier zal lezen.

 

Levend rekenen / wiskundig onderzoek

 

Naast een methode werkt onze school ook aan levend rekenen en wiskundig onderzoek.
Aan een praatronde zitten regelmatig reken- en wiskundeaspecten vast.
Er wordt veel belang gehecht aan de echtheid van ons rekenen.
 Er wordt geteld en vergeleken, de maat van schoenen, de waarde van verschillende knikkers, hoe hoog wordt de nieuwe flat naast de school…  

 

De groep komt voor een rekenprobleem te staan die nader onderzoek vergt.
Tijdens dit gesprek worden bevindingen uitgewisseld, oplossingswijzen vergeleken, wiskundige begrippen gevormd en uitgezuiverd, reeds aanwezige wiskundige kennis en vaardigheden toegepast en ingeoefend. Verdere uitoefening van rekentechnieken die zo aan bod kwamen, kan dan nadien in de individuele planning, aangepast aan elk kind, opgenomen worden.

Werkplan

Het werkplan is een dagelijks werkinstrument voor het kind.
Het geeft hen een overzicht van hun dag.
Het werkplan is het tweede luik van onze agenda.
Elke dag krijgen ze hun agenda mee naar huis.
Zo weten jullie als ouder wat je kind die dag gedaan heeft.
Vertelde het iets in de praatronde, aan wat heeft het gewerkt tijdens de stille werktijd, wat heeft het gedaan tijdens de projecttijd, hoe voelde je kind zich die dag.
Majella maakt ook aantekeningen op het werkplan.
Zo weten jullie als ouder of conflicten opgelost zijn, als er probleempjes waren die dag, …
Het werkplan helpt de kinderen zelfstandig te leren werken.
Ze krijgen elke week een nieuw werkplan.
Het is belangrijk dat hun werkplan elke dag aanwezig is in de klas.
Het is hun ondersteunend werkinstrument tijdens de stille werktijd.

Vrije expressie


Kinderen kunnen altijd creatief aan de slag.
In de klas hebben we een knutselkast waar ze alle bakjes mogen gebruiken. Ze kunnen inspiratie vinden in kunstboeken of in de map met leuke illustraties van andere kinderen.
Door het rijke aanbod komen ze in contact met verschillende materialen.
Uitgaande van hun interesses kunnen ze uiting geven aan hun gedachten en gevoelens door middel van tekenen, schilderen, werken met textiel, ...

Er worden regelmatig technieken aangebracht zodat kinderen ook nieuwe manieren leren ontdekken.

Niet enkel via beeldend werk kunnen ze hun gevoelen kwijt.
Soms werken we ook rond drama, muziek, schrijven, ...

 

Dagboek

 

Ons dagboek is een groot boek waarin de gebeurtenissen van de dag worden vastgelegd via tekst, tekeningen of foto’s.

Elke week is één iemand verantwoordelijk voor ons dagboek.

Het is een boek over het doen en laten van onze groep, het geheugen van onze klas.


De volgende dag starten we ons dagboek.

Waar waren we gebleven? Wat moeten we afwerken? Wie doet wat en wanneer?
Hun leven en belevenissen doen er toe, blijven bewaard en kunnen opnieuw gelezen worden.

 

Projecttijd

 

De kinderen hebben de gelegenheid om alles wat ze zien, horen, vinden en krijgen in de praatronde in te brengen.
Kleine gebeurtenissen, spel, werk van volwassenen en kinderen, het gezinsleven, de natuur in de seizoenen, de winkels en bedrijven in de wijk … 

 

Door er over te vertellen, er over te schrijven, er met elkaar over te praten en te vergelijken, denken kinderen na over hun eigen wereld.
Gesprekken zijn aanleiding tot het doen van gericht onderzoek.
Het komt regelmatig voor dat de groep niet precies weet hoe iets in elkaar zit. Dat leidt tot vragen als: Hoeveel kiezen hebben we nou precies?  Is de cavia een nachtdier?  Waarom is de lucht blauw?  Komen onze huizen onder water?     


De wereld waar we het over hebben is niet de (vereenvoudigde) wereld van de schoolboeken, maar de wereld zoals de kinderen er zelf tegenaan kijken.

 

Door te proberen, te proeven, te voelen, te horen, te ruiken, te experimenteren, te vergelijken en door daarover te vertellen en er met elkaar over te praten, leren kinderen zichzelf, de ander en hun omringende wereld kennen.
Wat je zelf doet en ontdekt, onthoud je beter.
Het uitzoeken is telkens een soort avontuur met kans op verdwalen, maar ook op ontdekkingen en onverwachte mogelijkheden en wen- dingen.


Het proces van een onderzoek verloopt in vijf stappen: 
Een vraagstelling, het zoeken en verzamelen van informatie, de gevonden informatie ordenen, het uitwerken daarvan en het presenteren van het antwoord aan de groep.   




Vrije werktijd


De vrije werktijd valt op vrijdagnamiddag.
Dan werken we (meestal) niet aan ons project.
Vrijdagnamiddag is het ook integratienamiddag.
De kinderen hebben dan de kans om nog eens te spelen bij Greet (tweede leefgroep).
De oudste kleuters kunnen al eens een bezoekje brengen bij ons.
Vrije werktijd is volledig vrij. De kinderen kiezen zelf wat ze doen.

Klastaken

Bij klastaken gaat het om het verdelen van een groot aantal dagelijkse activiteiten.
Schoonmaken, opruimen en ordenen, plantjes water geven, ...
Maar ook het voorzitten van de praatronde, de verslaggever, instaan voor de muurkrant, helpen aan de klaskrant, de lijst halen, DJ van de week, de post rondbrengen, het dagboek aanvullen, ...
Elke week krijgen de kinderen een nieuwe klastaak.

 

'Huiswerk' / opdrachten


Het freinetonderwijs heeft 'in principe' geen huiswerk.
Kinderen hebben na schooltijd nood aan ontspanning: ze moeten kunnen spelen, sporten, bewegen, rust nemen, ...
Maar toch moet het kind enkele zaken thuis opnemen.
We staan er op dat het huiswerk zich beperkt, zodat elk kind 's avonds voldoende ontspanning kan nemen.
Het huiswerk hoeft ook niet voor elk kind hetzelfde te zijn.

Wat moeten de kinderen van klas Majella oefenen:

 

jongsten:


- lezen: lettertjes, klik klak boekje, leesblad.
- schrijven: oefenen op het schrijven van de letters en de grondwoorden.
- rekenen: in beperkte mate en hangt af van kind tot kind.

 

 

oudsten:


- lezen op AVI-niveau.
- woordpakketten wekelijks oefenen (spelling).
- tafels oefenen (automatisatie)

Verder mogen ze vooral veel spelen en ontspannen!

Algemene belangrijke opdrachten:

-Nieuw project = spullen meebrengen rond het project.

- Opdracht om ideetje uit te werken = meebrengen!
(bv: stuk fruit meebrengen om fruitijsjes te maken, schoendoos meebrengen om een postdoos te maken, ...)

- Het actuaboek in orde brengen.

- Zwemgerief of turnzak meebrengen!

 

Afsluitronde


Elke dag sluiten we af in de praatronde.
Rond 15u komen we allemaal samen.
We vertellen of tonen wat we tijdens de projecttijd of vrije werktijd gedaan hebben.
Allerlei werkjes worden bekeken en de kinderen krijgen positieve bevestiging.
Ook voorstellingen met de domino, kapla, ...
kunnen voorgesteld worden.
Binnen de afsluitronde kan er ook plaats gemaakt worden voor het vertellen van een boek.
Het allerlaatste taakje is het dagboek in orde brengen.
We bespreken wat we in het dagboek gaan schrijven en de verantwoordelijke brengt dit in orde.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten